Van directielid van Dutch Plantin in Boekel tot idealistische ondernemer in Abidjan in Afrika. Fer Weerheijm zette die stap. En niet zonder reden. “Ik had een visie. Met kokossubstraat de voedselproductie én werkgelegenheid in Ivoorkust verbeteren. Inmiddels weet ik dat het haalbaar is. Het bedrijf waarmee ik dit waarmaak, is booming.”
“Sommigen vonden mij naïef, ik noem het idealistisch”
Als we Fer spreken, is hij toevallig net in Nederland. Hij verdeelt zijn tijd tussen zijn twee bedrijven: Independent Substrate Consulting in Vlaardingen en Agrifer in Ivoorkust. “Hoewel ik Agrifer niet als een bedrijf zie, maar als een missie. Een missie met een bedrijf. In 2015 hakte ik de knoop door en besloot de helft van mijn tijd en kapitaal te steken in het verbeteren van de groenteteelt in West-Afrika. Alleen, zonder subsidies en instanties die de zaak konden vertragen. Naïef? Ik noem het liever idealistisch. Nu, een kleine drie jaar later, laat ik graag zien wat we al hebben bereikt.”
Twaalf dollar voor een kilo tomaten
Het begon allemaal in 2008, toen Fer voor het eerst voor Dutch Plantin in Ivoorkust kwam. “Het viel me op hoeveel groente er wordt geïmporteerd. En hoeveel de consument daar vervolgens voor betaalt. Twaalf dollar voor een kilo slechte tomaten. Er wordt hier wel geteeld, maar de resultaten zijn belabberd. Het begint er al mee dat er geen goede tuinbouwopleidingen zijn. De studies zijn er wel, op universitair niveau zelfs, maar daar komt nul praktijk bij kijken. Afgestudeerden en zelfs docenten zijn vaak nog nooit op het land geweest.”
Leren samenwerken
Groentetelers in Ivoorkust, veelal kleine boeren met niet meer dan een paar honderd vierkante meter land, hebben het geld niet om te investeren. En wat ontwikkeling ook in de weg staat, vertelt Fer, is de diepgewortelde West-Afrikaanse cultuur. “Kun je niet investeren, dan zou je kunnen samenwerken. Maar voor samenwerking is vertrouwen nodig. En dat is nou net waar het aan schort. In een onveilige omgeving, waar het leven een strijd is, worden mensen bang om te verliezen wat ze hebben, en jaloers. Kijk, in Nederland zijn de regels duidelijk: je werkt, doet je best, en krijgt daar een inkomen en misschien respect voor. Maar hoe meer je in Ivoorkust je best doet en verdient, hoe meer je collega’s, familie en vrienden je wantrouwen. Laat staan dat ze met je willen samenwerken. Die mentaliteit verander je niet zomaar. Wat ik wel kan doen? Met mijn eigen bedrijf eenvoudig laten zien hoe het ook kan. Ik neem jongeren aan en leid ze zelf op. In deze veilige werkomgeving leren ze samenwerken. En de fijne kneepjes van telen op kokossubstraat.”
Van lasagne tot volledig teeltconcept
Fer Weerheijm was er al snel van overtuigd dat telen op substraten dé oplossing is voor de tuinbouw in Ivoorkust. Met zijn bedrijf Agrifer introduceerde hij de eerste growbags en substraten in het land. Toch vielen de resultaten tegen. “Werken met substraten vraagt wel wat van boeren. Een veel preciezere bemesting en irrigatie. En natuurlijk heb je hulpmiddelen als potten en dergelijke nodig. Daar hadden ze totaal geen ervaring mee. Ik kreeg dé ingeving toen ik hier in Nederland voor mijn kinderen kookte. Ken je die lasagnepakketten van de supermarkt? Met die stap-voor-stap-handleiding met plaatjes erbij? Dat was het! Wij leveren onze klanten nu het volledige pakket – substraten, potten, zaden, meststoffen – én een helder, uitgetekend stappenplan. En dat niet alleen: elke twee of drie weken gaan onze adviseurs, die ik zelf heb opgeleid, bij de boeren langs. Om te kijken hoe het gaat en waar ze kunnen helpen en bijsturen. Dat is echt uniek in een land als dit.”
Vertrouwen in elkaar en de toekomst
Inmiddels heeft Agrifer tien vaste medewerkers in dienst en neemt het aantal klanten in rap tempo toe. “Dit zijn vaak landbouwcoöperaties. Deze worden gesubsidieerd door een wereldbank of de lokale overheid. Ik werk steeds meer met lokale overheden, die meer en meer willen investeren in jongeren en werkgelegenheid. Met Agrifer vallen verschillende puzzelstukjes samen. Boeren kunnen zich dankzij Agrifer en de landbouwcoöperaties ontwikkelen. En ik bied jonge boeren, adviseurs en managers de praktijkopleiding die nergens anders in het land te vinden is. Hier leren jonge mannen en vrouwen het tuinbouwvak. Ze leren ook samenwerken. En vertrouwen te hebben in elkaar en de toekomst. Precies wat deze generatie nodig heeft om het land verder op te bouwen.”